Wachten

Zoiets belangrijks  als een trouwjapon uitzoeken …Zij,ons bruidje in spe, vraagt me of ik mee wil.Ik voel me zelfs vereerd met deze uitnodiging. Natuurlijk wil ik mee,graag zelfs!We gaan er een gezellig dagje  Utrecht van maken. Als er nog tijd ‘’over’’blijft om samen wat te eten,te drinken ,maar vooral wat terug EN vooruit te blikken zou dat helemaal  een speciaal tintje aan deze escapade  geven.Ze zal wel heel wat willen zien en passen voordat ze beslist;zo is onze dochter wel.’’  Dat wordt wachten  voor me,denk ik ‘’.Maar gelijk heeft ze ..    18 mei wordt  HAAR grote dag. Over twee en een halve maand, mam, glundert ze me toe als we elkaar op het perron daar treffen.Innig gearmd wandelen we de stad in .We trotseren de geurige koffieluchten links en rechts van ons en duiken meteen  de uitnodigende zaak van ‘’Laura Ashly’’in. Zij ,de bruid,houdt van die stijl. Zij zoekt  ,terwijl ik bescheiden op mijn krukje gezeten, met gepaste trots naar die mooie meid kijk .Al snel komt ze met enkele  uitverkoren gewaden naar me toe’’.DEZE ,mam,  deze vind ik de mooiste’’zegt ze’’dit zou m n eerste keus zijn’’  en houdt een klassieke trouwjurk van prachtig  mat-glanzend satijn in de hoogte.Eenvoudig van snit,juist daarom heel mooi.Echt iets voor haar.’’ Ik zal ze alle drie aandoen’’zegt ze’’maar ik denk dat ik het al weet’’.Weer wachten,maar het doel heiligt de middelen.Bovendien is het leuk om haar in de uitverkoren creaties te zien showen met die glunderende snoet.Wat staat die gebroken room-witte kleur mooi bij haar  bruine,gladde huid…Haar eerste keus gaat het worden.Ze heeft beslist en…zo snel al!Wel verbaasd maar ook blij dat het nu al ‘’gelukt’’ is,sta ik op van mijn observatie-post.Met een grote feestelijke doos waarin haar schat meegaat stevenen we op de koffie af in een bruine intens gezellige kroeg.We hebben elkaar heel wat te vertellen,te vragen ,de tijd vliegt om.Vroeg in de middag besluiten we nog Hoog-Catarijne in te duiken,alvorens zij naar haar geliefde en ik naar de mijne terugkeert.Opnieuw stranden we in een gezellig cafeetje,na daar wat gewinkeld te hebben.Het blijft niet bij een kopje koffie. Als we na een poosje op het station arriveren is het daar opvallend druk.

Op het perron aangekomen ,weten we niet wat we meemaken. Gierende windvlagen zwiepen over genadeloos over de kale vlaktes. Want dat zijn het ;de perrons liggen er verlaten en doornat van de regen,spiegelend maar eenzaam bij.De honderden wachtenden voor hun terugkeer-trein staan  plat gedrukt tegen de glazen en stenen muurtjes ;proberen zo nog wat bescherming te vinden.Gelaten gezichten lijken van glimmend  ,boos glas.Het is voor iedereen  een huiverend wachten geblazen.Er staat geen enkele trein ;ja toch,de trein naar Arnhem.De bruid kan vertrekken;ik zwaai haar na terwijl het gele gevaarte met de wind mee het station uit lijkt te suizen.’’En jij dan,mam’’ ,roept ze nog  door het opengetrokken raampje’’.Ik kom er wel’’,schreeuw ik haar na.   Wij,besef ik nu, hebben  door ons overdekte middagje niets van deze weeromslag gemerkt.Dan, in al dat nat en al die wind horen wij,wachtenden het bijna niet te verstane,maar nasale N.S.-geluid.Ons vonnis’’.Er rijden vanaf dit moment geen treinen meer door de buitengewoon beroerdeweersomstandigheden.Het lijkt voorlopig niet meer mogelijk.Ik grijns vochtig,met in mijn hand de eens zo mooie doos met haar kostbare inhoud .Wat te doen?.Prompt word ik een kuddedier en doe wat iedereen doet;ik sukkel in de kudde mee ;terug in de stationshal.Duizend en meer wachtenden kijken met een blik op nul.er is niets;geen duidelijkheid van de N.S.Wat moeten we  doen?Ja,natuurlijk opbellen naar de thuisblijvers…Ho maar;eindeloze rijen voor je.Ben je aan de beurt,heb je een belkaart nodig.Zoniet;sluit maar aan de rij ernaast.Geruststellen,maar zonder verdere gegevens.Afwachten.Er vormen zich groepjes.Ik begin het leuk te vinden Ik ruik en proef iets anders dan anders. Er zijn studenten bij die slechts hun jaarkaart bij zich hebben,twee vrouwen met een te zware boodschappentas,een moeder  met een tweeling-kleuter,eenlingen zoals ik.In tijden van nood wordt ik pas efficient.Voor het geval we deze avond niet meer wegkomen,moeten  we provianderen en…zorgen voor een zitplaats om de nacht door te brengen.De schaarse,slecht hoorbare  mededelingen worden n.m. steeds  dreigender;er zijn geen treinen en er komen vandaag ook geen treinen meer.Noodtoestand voor het binnenland.Er mogen zelfs geen auto s meer de weg op;rijverbod!V.en D. biedt voor deze avond de verwarde achterblijvers de gelegenheid om het thuisfront te informeren’’.Ik ga met een groepje inmiddels bekenden naar de ontvangsthal van’’ American’’,meldt ik mijn echtgenoot.Je mag me niet komen halen.Bescherming is me aan alle kanten verzekerd ‘’,meldt ik.   Tussen de goegemeente die met hetzelfde idee zich voor de nacht in de hal verschanst hebben,vestigen wij ons met ons verse familiekringetje.Zo voelen we ons.We hebben drank,broodjes koeken ,zitplaatsen[snel aangeschafte omgedraaide plastic kistjes] en speelkaarten!De trouwjurk in de vochtige doos vormt uiteraard een sterk verhaal.Hilariteit.Hij mag midden in de kring staan;stel dat er iets aankomt! ‘’ Mogen wij onze handtekeningen erop zetten?’vragen de studenten.Het wordt er steeds gezelliger.Wij denken niet meer aan wachten…We gaan kaarten.Er is genoeg te bikken en te drinken.Mensen om ons heen kijken ons ietwat jaloers aan,hadden ze daar ook maar aangedacht…Het wordt  twaalf,een uur.Wij merken er niets van ,maar er zijn mensen die zitten en staan te slapen.Wij zitten vlak bij de ingang,dus hebben nog lucht.

Dan komt er duwend door de menigte een jongeman ten tonele.Gepakt in een groot ,groen regenjack….Een onbekende voor mijn nieuwe vrienden,maar overbekend voor mij!  Het is mijn zoon.Hij wenkt mij vermanend met zijn wijsvinger.Hij zegt;’’ik kom je halen,mam!Dit vindt jij veel te  leuk !’’Verbijsterd,maar toch ook een beetje ontroerd reageer ik;’’maar hoe weet je …en hoe weet je dat?’’’’Ik heb met pap gebeld.Dacht je heus dat ik jou hier zou’’…’’Jongen ,je woont in Breda en nu ben je hier,je mag niet eens de weg op.Jij,met je Suzukietje.Ben je nu helemaal? Nee,jij mam.Kom  maar mee,dan praten we verder onderweg…’’Maar hoe ben jij gereden?  Over Arnhem .En zo gaan we ook weer terug’’.

Ik kan niet anders,ik ga ,ik moet mee!Maar met spijt in m n hart.Ik voel me als een verrader van onze groep.Ook zij vinden het jammer,maar begrijpen dat ik niet anders kan.Als een h.Elizabeth deel ik mijn picnicpak aan omstanders uit,die het dankbaar aanvaarden.Dat geeft me tenminste nog een kick.Met een gebogen hoofd ga ik mee.Aan mijn hand  klem ik de inmiddels trouwjurk met verhaal.

Ik ben nu zelf een beetje jaloers. Betreur aan wat   ik aan plotselinge ontstane vriendschap achterlaat.Ze zwaaien me na.

Een barre tocht is het.Via een grote omweg komen we een poos later thuis.mijn echtgenoot verwelkomt ons  en ik word als een verloren drenkeling opgevangen…Haard aan,lekker glaasje wijn.Hartelijk,hartelijk,dat wel.Maar toch…Het was zo onverwacht,zo leuk daarginder..In nood ontstaan de meest spontane vriendschappen .

Ik wacht op een volgende keer!