Geen twijfelen meer aan.
Deze druilerige grijze ochtend nodigt me uit om de speelgoedkast van de kleinkinderen eens uit te gaan vlooien.Naar de inhoud daarvan wordt al zolang nauwelijks nog omgekeken. Naast me staat een grote mand waarin ik speelgoed ga verzamelen voor goede doelen en die zijn er.
Het meeste van de destijds zo geliefde troetels en spelletjes worden allang niet meer aangeraakt. Dus eens goed uitdunnen is niet overbodig. De nu al aardig grote’’ klein’’deren zijn bijna continu bezig met hun ‘’game-boy’’ of mobieltje als ze hier bij mij zijn. De lang uitgeschoten knullen en meisjes zijn vaak zo verdiept in dit moderne speelgoed,dat ze nauwelijks horen dat ze aangesproken worden. Soms kan ik er weemoedig van worden en denk vol gloed terug aan de tijd,dat we samen met een ploegje grut om de tafel zaten met het bord’’mens erger je niet’’of iets anders in die geest.Die indiviuele technische spelletjes snap ik toch niet en eigenlijk wil ik het ook niet.Ze kunnen me niet boeien….
Terug naar de speelgoedkast..Ik schuif de deur open en onmiddellijk raak ik vertederd door al dat lieve door en door gespeelde spul dat erin gepropt ligt,Het winkeltje dat opa destijds zelf timmerde,de kaal geknuffelde beer met een oog dat omlaag bungelt ,leeggelopen ballen en bevroren-kijkende naakte poppenHet een en ander is al in de mand verdwenen als ik tot mijn grote verrassing achter een berg spelletjes opeens onze vertelkabouter ontdek….
De vrolijk lachende vertelkabouter die ik vroeger zelf gebreid heb voor m n kleinkinderen;ik die eigenlijk niet breien kon.Met uiterste toewijding en met het puntje van m n tong hangend uit mijn mond is het toen toch een kleurrijke kabouter geworden,compleet met witte wollen baard en rode puntmuts[blauw jasje en groene broek +rode puntschoenen]En wat heb ik m n kleinderen overgoten met verhalen met en over hem,dat lieve mannetje…
Daar ligt hij dan,zijn lange armen en benen in in elkaar geknoopt
Meer dan eens heb ik naar onze Paulus gezocht,steeds tevergeefs.Blij klem ik hem in m n armen.Hij kijkt me doordringend aan.Maar dan hoor voel ik hem dat hij ademen en dat hij zelfs praten kan.dan hoor ik een diepe zucht;’’eindelijk’’zeggen Een zacht,maar doordringend stemmetje fluistert’’ken je me nog;je was me toch niet vergeten .he?’’en ik zie twee dunne traantjes over de gebreide rimpelhuid glijden.’’natuurlijk niet’’haast ik me te zeggen.’’Ik ben je nooit vergeten;je bent steeds in mijn hart geweest ‘’Mag ik vanavond bij je in bed?’’ ‘’Tuuurlijk Paulus;gezellig,kunnen we lekker bijkletsen.er is zoveel gebeurd in al die jaren’’Dat hebben we de afgelopen nacht dan ook gedaan.Hij vertelde dat hij al die tijd daar diep in die kast geslapen had.Soms was hij wel wakker geworden .als hij akelig gedroomd had.Dan was het daar best eng donker en stil en moest hij zacht huilen als hij terugdacht aan de blije kindergezichtjes van toen.’Ze zijn nu al groot,Paulus;je zou ze denk ik nu niet meer terugkennen’’ ‘’En zij mij ook niet,denk je?’’ ‘’vast wel,als ze hier zijn zullen we dat gauw genoeg weten.Ik denk dat ze het heel leuk zullen vinden om je terug te zien.Maar jij blijft voortaan lekker hier wonen ,als mijn eigen huisvriendje en natuurlijk nooit meer in een kast.Dan gaan we elkaar lekker verhalen vertellen voor het slapen gaan. Ik heb altijd in kabouters geloofd en daarvoor was en ben jij,Paulus,mijn symbool’’