Kabouters bestaan!

Geen twijfelen  meer aan.

Deze druilerige  grijze ochtend nodigt me  uit om de speelgoedkast van de kleinkinderen  eens uit te gaan vlooien.Naar  de inhoud daarvan wordt al zolang nauwelijks  nog  omgekeken. Naast me staat een grote mand waarin  ik  speelgoed ga verzamelen  voor goede  doelen en die  zijn  er.

Het meeste  van  de destijds zo geliefde  troetels en spelletjes worden allang niet meer aangeraakt. Dus eens goed uitdunnen   is  niet overbodig. De nu al aardig grote’’ klein’’deren   zijn bijna continu bezig met hun ‘’game-boy’’ of mobieltje als ze hier bij mij zijn. De lang uitgeschoten knullen en meisjes zijn  vaak zo verdiept in dit moderne speelgoed,dat ze nauwelijks horen dat ze aangesproken worden. Soms  kan ik er weemoedig van worden en denk vol gloed terug aan de tijd,dat we  samen  met  een ploegje grut  om de tafel zaten  met  het bord’’mens erger je niet’’of iets anders in die geest.Die indiviuele technische spelletjes snap ik toch niet en eigenlijk wil ik het ook niet.Ze kunnen me niet boeien….

Terug naar de speelgoedkast..Ik schuif de deur open  en onmiddellijk  raak ik vertederd door al dat lieve  door en door gespeelde spul   dat erin gepropt ligt,Het winkeltje dat opa destijds zelf timmerde,de kaal geknuffelde beer met een oog dat omlaag bungelt ,leeggelopen ballen en bevroren-kijkende  naakte poppenHet een en ander is al in de mand verdwenen als ik tot mijn grote verrassing  achter een berg spelletjes  opeens onze vertelkabouter ontdek….

De vrolijk lachende vertelkabouter die ik vroeger  zelf gebreid heb voor m n kleinkinderen;ik die eigenlijk niet breien kon.Met uiterste toewijding en met het puntje van m n tong  hangend uit mijn mond is het toen toch een kleurrijke kabouter geworden,compleet met witte wollen baard en rode puntmuts[blauw jasje en groene broek +rode puntschoenen]En wat  heb ik  m n kleinderen overgoten met verhalen  met en over hem,dat lieve mannetje…

Daar ligt hij dan,zijn lange armen en benen  in in elkaar geknoopt

Meer dan eens heb ik naar onze Paulus gezocht,steeds tevergeefs.Blij klem ik hem in m n armen.Hij kijkt me doordringend aan.Maar dan hoor voel  ik hem dat hij ademen  en  dat hij zelfs praten kan.dan hoor ik een diepe zucht;’’eindelijk’’zeggen Een zacht,maar doordringend stemmetje   fluistert’’ken je me nog;je was me toch niet vergeten .he?’’en ik zie twee dunne traantjes  over de gebreide rimpelhuid glijden.’’natuurlijk niet’’haast ik me te zeggen.’’Ik ben je nooit vergeten;je bent steeds in mijn hart geweest  ‘’Mag ik vanavond bij je in bed?’’  ‘’Tuuurlijk Paulus;gezellig,kunnen we lekker bijkletsen.er is zoveel gebeurd in al die jaren’’Dat hebben we de afgelopen nacht dan ook gedaan.Hij vertelde dat hij al die tijd daar diep in die kast geslapen had.Soms was hij wel wakker geworden .als hij akelig gedroomd had.Dan was het daar  best eng  donker en stil  en moest hij zacht huilen als hij terugdacht aan de  blije kindergezichtjes van toen.’Ze zijn nu al groot,Paulus;je zou ze denk ik nu niet meer terugkennen’’  ‘’En zij mij ook niet,denk je?’’   ‘’vast wel,als ze hier zijn  zullen we dat gauw genoeg weten.Ik denk dat ze het  heel  leuk  zullen vinden om je terug te zien.Maar jij  blijft voortaan lekker  hier wonen ,als mijn eigen huisvriendje en natuurlijk nooit meer in een kast.Dan gaan we elkaar lekker verhalen vertellen voor het slapen gaan. Ik heb altijd in kabouters geloofd en daarvoor  was en ben jij,Paulus,mijn symbool’’